De Stichting CPNB zorgt er vier keer per jaar voor dat we een mooi boek gratis kunnen ophalen bij de boekhandel of de bibliotheek.

Het bekendst is het Boekenweekgeschenk, een speciaal door een bekende schrijver uit Nederland of Vlaanderen voor de Boekenweek geschreven novelle of korte roman. Maar daar zijn ook het poëzieweekgeschenk in januari en het geschenk voor de maand van het spannende boek in juni. Voor deze drie geschenken moet je eerst wel voor een bepaald bedrag andere boeken hebben aangeschaft. Gratis is dus een rekbaar begrip. Maar wel helemaal gratis is het boekje “Je bent wat je leest” dat iedereen deze maand bij de bibliotheek kan ophalen. November  is de maand van Nederland leest.

 

door Bernhard Harfsterkamp

 

Dat CPNB betekent overigens, ik heb het even voor u opgezocht,  Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Ik begrijp dat dit niet meer vaak voluit wordt gebruikt. Propaganda heeft een wat negatieve bijklank gekregen, maar het is in dit geval niet meer dan kopen en lezen van boeken stimuleren. De CPNB bestaat al vanaf het begin van de jaren dertig, maar de Nederland leest-maand is relatief nieuw. Het bestaat sinds 2006. In de eerste jaren kon je dan een heruitgave van een klassieker uit de Nederlandse literatuur krijgen, zoals Oeroeg van Hella Haasse, Erik of het kleine insectenboek van Godfried Bomans of De donker kamer van Damocles van Willem Frederik Hermans. De laatste jaren heeft de leesmaand een thema.  Dit jaar is dat voeding.

 

De titel “Je bent wat je leest” is natuurlijk een variant op het bekende spreekwoord “Je bent wat je eet”. Lezen voedt de geest, eten voedt het lichaam, maar goed eten is ook goed voor ons geestelijk welzijn. Na het nuttigen van een goede maaltijd is het lezen van een goed boek nog aangenamer, al moet je dan wel oppassen om niet na anderhalve bladzijde al in slaap te vallen. Je kunt dan ook lezen over eten, wat dan weer eetlust kan opwekken. In “Je bent wat je leest” staan verhalen van schrijver Ronald Giphart, kok Pierre Wind, misdaadromanschrijver Marion Pauw, eethistoricus Charlotte Kleyn, culinair journalist Joël Broekaert en microbioloog Rosanne Hertzberger. Ook staan er tips in voor kookboeken en enkele recepten.

 

Het boekje haalde ik pas gistermorgen op bij de bibliotheek. Daarom heb ik er nog niet veel in kunnen lezen. Een volgende keer besteed ik er meer aandacht aan, maar ik wilde u er al wel op wijzen, zodat u niet vergeet een exemplaar te halen of te laten halen bij de bibliotheek. Dat kan nog tot 1 december. Dat zo’n geschenk over eetlezen mij wel aanspreekt, zal de regelmatige luisteraar van deze rubriek wel weten. Een mooie passage over eten in een roman, verhaal of gedicht, maar ook een mooie inleiding bij een recept kan mij altijd bekoren.  Ik citeer er tot slot een van Margriet de Moor uit haar novelle Mélodie d’Amour uit 2013:

 

Met de filmmuziek in mijn hoofd, daar ben ik erg gevoelig voor, liep ik na de voorstelling naar de bushalte. Het leek me normaal dat ik de man die daar tussen de andere passagiers stond te wachten, groette. Hij groette verrast terug. De bus kwam. We stapten in en kregen het al bijna meteen, raar misschien, over eten. We spraken over zuurkool, over pannekoeken, over krokant gebakken biefstuk en dito aardappeltjes, we zeiden tegen elkaar dat een goed gebraden gehaktbal ook fantastisch kon zijn. Je snapte dat het winter was. Hartstikke winter, er stond een storm die de bus blij vlagen deed schudden. Boven de huizen hing een stortbui zijn moment af te wachten.”

 

Het recept? Een tussendoortje met zuurkool en worst.

 

Wat hebben we nodig voor twee personen?

 

  • Twee harde broodjes van de Duitse bakker;
  • Vijf echte knakworstjes, dus niet van die slappe worstjes, maar die echt knakken en knappen. Twee voor de kleine eter en drie voor de grote;
  • Een zoete appel, geschild en van klokhuis ontdaan, in blokjes gesneden;
  • 200 gram zuurkool uit het vat;
  • Roomboter;
  • Mosterd.

 

Hoe bereiden we het?

 

  • Meng de zuurkool met de appel en laat even staan;
  • Kook de knakworstjes gaar in water;
  • Snijdt de broodjes door en besmeer ze met roomboter;
  • Verdeel de broodjes over twee borden en leg er de knakworstjes op;
  • Geef er de zuurkool-appel-salade bij en wat mosterd.