Op de dag van de ingang van de lockdown in november gingen de wedstrijden van WSG op het laatste moment niet door. In juni werden ze uiteindelijk ingehaald. Opmerkelijk genoeg had WSG ook toen last van Corona, want zowel het eerste als tweede team moest een speler missen vanwege een positieve test. Met een zevental ging het eerste team naar Utrecht voor de wedstrijd tegen Paul Keres en won met 3-5.
Na een vlotte remise van Reinhard Funke, kwam het team op stoom met een knappe overwinning en mooie combinaties van Emma de Vries en Jochem Mullink. Vervolgens speelden Khaled Darwisch en Bert te Sligte een degelijke remise. Tussenstand om 17.00 uur: 2,5-3,5. Reinhard Cvetkovic stond echter drie pionnen achter in een verloren stelling en Han Schuurmans had twee pionnen minder in een toreneindspel. Op miraculeuze wijze weet Reinhard een matdreiging op te zetten en wint een stuk en snoept de resterende pionnen op. Han wint als laatste een pion en weet ook op wonderlijke wijze remise te behalen. Al met al een goed seizoen met een knappe derde plaats als resultaat.
Het tweede toog naar Elburg. Al om 14.00 uur was invaller Luc van Harxen klaar. Hij kreeg een toren. De tegenstander van Dick Boogaard vergiste zich een Siciliaanse draak en dat kostte hem een stuk. Hij probeerde het nog een poosje, maar toen er afruilen kwamen, gaf hij het op. Daarna duurde het een tijdje. Daniel Kloster verloor en Gerard Harbers kon het tegen de veruit sterkste speler van Caissa niet bolwerken. Daar stond een mooi punt van Oscar Wamelink, de tweede invaller, tegenover en toen was het 3-3. Henrik Lösing stond een stuk voor, maar het kostte heel wat moeite om het punt binnen te slepen. Remise was toen genoeg en Henri Abbink bood dat aan. Zijn jonge tegenstander accepteerde, eindstand 3,5-4,5. Het tweede team eindigde daarmee als vierde.