Voor het eerst moesten de schakers een Coronabewijs kunnen tonen, voordat ze achter het bord mochten plaatsnemen. Dat verliep allemaal soepel. Maar dat was ook het enige, want beide WSG-teams verloren hun thuiswedstrijd. WSG 3, dat dit seizoen titelkandidaat is, kon de papieren favorietenrol achter het bord niet waarmaken (2,5-5,5). Alleen Reinhard Cvetkovic wist zijn partij te winnen na een overtuigende pionnenwals op de damevleugel. Matthijs Hoens had zich zijn debuut ongetwijfeld anders voorgesteld en teamcaptain Henk te Brinke liep ook tegen een nederlaag aan, evenals de invallers Jan Willem Klein Poelhuis en Han van de Laar. Opmerkelijk was de remise van Alfred Schley. Hij leek na een paar zetten al op rozen te zitten, maar gaf de winst toch nog uit handen. Manfred Schmeing speelde een degelijke remise en Robin Hoens behaalde in zijn eerste teamwedstrijd ook een half punt.
WSG 2 verging het tegen O&O uit Kampen niet veel beter (3-5). Daniel Kloster verloor al snel een stuk en Bert te Sligte en Henri Abbink gingen in een moeilijke partij tegen sterke tegenstanders onderuit. Gerard Harbers kreeg een mooie stelling, maar gaf dat pardoes uit handen. Oscar Wamelink en Marcel Krosenbrink wisten tegen op papier mindere tegenstanders niet meer te bereiken dan remise. Pas bij een 1-5 tussenstand deed de thuisclub wat terug. Geert ten Hietbrink debuteerde met een overwinning, omdat zijn vrijpion gevaarlijker was dan die van zijn tegenstander. Dick van Wamelen stond eerst wat beter, daarna op de rand van verlies, maar hij wist toch te winnen met een sterke vrijpion.