AALTEN – Op dinsdag 15 april wordt de expositie over het Dutch National Battalion (het vergeten bataljon) geopend. Veel familieleden van DNB-leden zullen hierbij aanwezig zijn. Tijdens de opening zal Gerda Brethouwer, directeur vernieuwing, in gesprek gaan met enkele familieleden. Het openingswoord wordt uitgesproken door Femke Klein, programmaleider 80 jaar Vrijheid Nationaal Comité 4 en 5 mei en kleindochter van Jan de Vriend, DNB-lid van de 3e compagnie. Vervolgens zal David Hogenkamp, directeur Zorg van het Nederlands Veteraneninstituut, een DNB-Herinneringsbank onthullen.
Na het officiële gedeelte kunnen de genodigden de expositie bezoeken. Vanaf 16 april is de expositie voor het publiek toegankelijk en deze zal tot 15 april 2026 te zien zijn in het Nationaal Onderduikmuseum.
Dutch National Battalion (het vergeten bataljon)
Het Dutch National Battalion (DNB) bestond uit meer dan 400 onderduikers en verzetsmensen uit heel Nederland, waaronder pilotenhelpers, vrouwen, Joden, studenten, militairen, Rijksduitse deserteurs, Arbeitseinsatz-weigeraars en veel boerenzoons. Zij beschouwden het als hun ereplicht zich bij het Canadese bevrijdingsleger aan te sluiten en actief mee te vechten in de frontlinie. Het bataljon, bestaande uit drie compagnies, werd officieel onderdeel van het Canadese leger en hielp bij de zuivering van gebieden langs de IJssel, Deventer, Apeldoorn, via Tiel en de Veluwe tot aan Amersfoort. Na de oorlog hielpen zij ook bij het opruimen van mijnen.
Actieve rol van burgers bij de bevrijding
In 2025 is het 80 jaar geleden dat Nederland met hulp van geallieerde landen werd bevrijd. Minder bekend is dat veel burgers een actieve rol speelden via het burgerleger Dutch National Battalion (DNB). Het Nationaal Onderduikmuseum vindt het belangrijk aandacht te besteden aan dit bijzondere bataljon dat een belangrijke bijdrage leverde aan onze vrijheid.
Het Dutch National Battalion trok met drie compagnieën van in totaal meer dan 400 mensen mee met het Canadese leger om de rest van Nederland te bevrijden, van midden april tot midden juli 1945. Het bataljon bestond uit ondergedoken beroepsmilitairen, verzetsmensen en onderduikers, waaronder ook vrouwen, studenten en Joodse mannen. Ze kwamen uit alle delen van het land, waaronder boerenzoons en dorpsinwoners uit Oost-Nederland en de Achterhoek. Sommigen van hen waren getrouwd en hadden kinderen, wat hun deelname bijzonder maakte. Door het jarenlange verzet tegen de bezetter kenden veel mannen een hechte kameraadschap.
Het bataljon zorgde voor flankdekking, hielp bij de zuivering van gebieden langs de IJssel, Apeldoorn, de Veluwe tot aan Amersfoort, en arresteerde honderden Duitsers. Ze bewaakten de zogenoemde checklinie tussen West- en Oost-Nederland, bewaakten een krijgsgevangenkamp en kregen de opdracht buitgemaakt materiaal van het Duitse leger te verbranden in Tiel.
Terugkeer of in dienst van het Nederlandse leger
Op 12 juli 1945 werd het DNB opgeheven. Een deel van het bataljon keerde terug naar huis, terwijl anderen tekenden als soldaat in het Nederlandse leger en een opleiding volgden voor het ruimen van mijnen. Zo hebben vele mannen zich nog maandenlang ingezet voor de nasleep van de oorlog, wat niet zonder gevaar was.