Foto: Peter van der Wel

Vandaag markeert de 82e verjaardag van de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Op 27 januari 1942 daalde de thermometer in Winterswijk tot -27,4 graden Celsius. Jaap Langedijk nam in de vroege ochtend de temperatuur op in zijn meetstation aan de Morgenzonweg in Winterswijk. Door de klimaatverandering is de kans groot dat we zulke extreme kou nooit meer zullen ervaren. De winter van 1963 was de koudste, met een gemiddelde temperatuur van -3,0 graden, terwijl de winter van 1942 met een gemiddelde van -1,9 graden ook bijzonder kil was, vooral in vergelijking met de huidige gemiddelde wintertemperatuur van ongeveer 4 graden.

Wat de winter van 1942 extra bijzonder maakte, waren de dagen met zeer strenge vorst, waarbij de temperatuur onder -15 graden daalde. In De Bilt waren er die winter maar liefst zeven dagen met zulke extreme kou, terwijl het normaal gesproken slechts één dag per winter voorkwam. Voordat het zo koud kan worden, moeten er verschillende meteorologische omstandigheden samenkomen. Op 27 januari 1942 was er een perfecte combinatie voor ijskoude temperaturen: na een stevige sneeuwval in grote delen van het land, met op sommige plaatsen zelfs een sneeuwdek van 40 centimeter, zorgde een hoge drukgebied voor weinig wind. Een oostenwind voerde ijskoude lucht aan, waardoor de temperatuur op verschillende weerstations rond de -25 graden kwam. Uiteindelijk werd in Winterswijk de recordtemperatuur van -27,4 graden gemeten. Het is mogelijk dat het op andere locaties in het land nog kouder was, maar door het gebrek aan weerstations zullen we dat nooit met zekerheid kunnen zeggen. De laagste temperatuur in De Bilt was -24,7 graden. Ook onze oosterburen registreerden die nacht hun laagste temperatuur ooit, met -31,2 graden in Eslohe. Dit geeft een idee van hoe extreem koud die nacht werkelijk was.

Winterswijk bevindt zich in het oostelijke deel van de Achterhoek, dichtbij de Duitse grens, en heeft veel minder invloed van de zee dan de westelijke delen van Nederland. Dit resulteert in hogere zomertemperaturen en lagere wintertemperaturen. Het zeewater van de Noordzee is relatief warm in vergelijking met andere gebieden op dezelfde breedtegraad. Doordat Nederland vaak te maken heeft met zuidwestelijke winden, wordt er in de winter milde lucht aangevoerd. Alleen met oostenwinden kunnen we echte extreem lage temperaturen ervaren, en deze komen eerder voor in het oosten van het land, zoals in Winterswijk.

De laatste keer dat we met extreme kou te maken kregen was op 4 februari 2012. Ook toen waren de omstandigheden ideaal, waardoor de temperatuur op bepaalde plekken flink daalde. Echte transportkou uit het oosten zorgde ervoor dat het in Lelystad afkoelde tot maar liefst -22,9 graden. Net als in 1942 waren er brede opklaringen en hoge druk boven Nederland, wat resulteerde in perfecte omstandigheden voor zeer koude temperaturen. Tot nu toe is dit nog steeds de laagste temperatuur van de 21e eeuw.