Door Marjet van Houten en Movisie
Op 24 januari vieren we de Internationale Dag van het Onderwijs, die is ingesteld door de Verenigde Naties. Volgens recente cijfers van Oudervereniging Balans zitten in Nederland minimaal 70.000 kinderen en jongeren al drie maanden of langer thuis, zonder toegang tot volwaardig onderwijs. Een groeiend aantal initiatieven biedt alternatieve routes voor ’thuiszitters’ die zich binnen het reguliere onderwijssysteem niet goed kunnen ontwikkelen.
In de afgelopen jaren is het aantal ’thuiszitters’ dat niet adequaat wordt ondersteund door het huidige onderwijs of de zorg aanzienlijk gestegen. Vijf jaar geleden waren er nog ongeveer 15.000 ’thuiszitters’; eind 2024 telde Oudervereniging Balans er minimaal 70.000. De huidige aanpak om dit probleem aan te pakken blijkt onvoldoende. Daarom is er behoefte aan alternatieve oplossingen: steeds meer initiatieven in Nederland bieden een geschikte omgeving voor jongeren die binnen het bestaande onderwijs of de zorg niet of onvoldoende kunnen groeien.
Iedere jongere heeft recht op ontwikkeling.
Momenteel zijn er bijna 75 initiatieven aangesloten bij het Initiatieven Collectief, en maandelijkse nieuwe organisaties sluiten zich aan. Deze initiatieven laten zien welke mogelijkheden er zijn om kinderen en jongeren te helpen bloeien.
In het hele land stuiten deze initiatieven enerzijds op vergelijkbare obstakels, maar anderzijds worden ze ook steeds beter gevonden door verschillende partijen. Door de jaren heen hebben duizenden kinderen dankzij deze initiatieven de weg teruggevonden naar een betekenisvol leven. Ongeveer de helft van hen keert terug naar regulier of speciaal onderwijs, terwijl de andere helft alternatieve leermogelijkheden vindt.
Neem bijvoorbeeld Joost, die na het doorlopen van zes verschillende scholen en instituten met ondersteuning van het Autisme Centrum in Contact weer stappen heeft kunnen zetten en uit zijn isolement is gekomen. Hij werkt nu toe naar zijn vwo-examen en streeft daarna zijn grote droom na: de studie Space Engineering aan de TU Delft