De Gelderse Kleiroze, de muziekprijs voor het haevegste streektaalnummer van het jaar, ging gisteren tijdens streektaalfestival Plat Gespöld bij de Dru in Ulft naar De Heinoos met hun nummer Ie stoat niet alleen. Maar zij waren niet de enige die wonnen, of zoals Heinoos-frontman Remko Keizer het verwoordde: “Muziek is voor ons geen wedstrijd. Iedere muzikant, ook hier, staat achter zijn muziek, daar is geen prijs aan te hangen.” En zo waren de artiesten, het publiek en de streektaal op Plat Gespöld allemaal winnaars.
Plat Gespöld is volgens Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, samen met de Dru organisator van het festival, een muzikale ode aan de streektaal. Daar was gisteren in een stijf uitverkochte Rabobankzaal in Ulft geen woord van gelogen. Of het nu de genomineerde artiesten voor de Gelderse Kleiroze waren, de jonge talenten of Hendrik Jan Bökkers: allemaal zetten ze een fantastisch optreden neer dat op veel bijval van het publiek kon rekenen.
Steun aan boeren
Denise Kerkhof beet het spits af met haar genomineerde nummer Geleuf ie ’t allemoal nog. Met haar geweldige bereik en indringende teksten wist ze het publiek te raken. Henry Welling hield het met de terugblik op zijn jeugd in het lied Wi-j waren jong wat luchtiger, maar imponeerde met zijn snedige teksten en hoge meezinggehalte. Laatste genomineerden waren De Heinoos, die normaal feesttenten op de kop zetten, maar in de theaterzaal ook prima tot hun recht kwamen. Het nummer Ie stoat neet alleen maakten ze samen met Taboer, een onafhankelijk loket dat boeren een luisterend oor biedt. Het lied is bedoeld als steun aan boeren en tuinders in deze voor hen moeilijke tijden. Die boodschap, verpakt in stevige boerenrock, bleek de doorslag te geven bij de vakjury en het publiek: De Heinoos werden tot winnaar van de Gelderse Kleiroze uitgeroepen. De band droeg de prijs op aan heel agrarisch Nederland.
Intieme Bökkers
Op Plat Gespöld was ook ruimte voor jong talent. Zo mag je De Droadneagels zeker noemen. Een jonge honden boerenrockband die pas twee jaar bestaat, maar de zaal imponeerde met hun lekkere sound en eigen teksten met Achterhoekse humor en ondeugd, zoals het liedje Smoks Hanne. Talent Evert Stroet zong voor het eerst in streektaal, maar mag dit zeker vaker doen. Begeleid door Kevin Raayman van De Boetners verhaalde hij over een moeilijke periode in zijn leven in het ontroerende nummer Kiek moar ’s in de spiegel en constateerde ‘’t kump wal good’.
Speciale gast was Hendrik Jan Bökkers. In een intieme setting speelde hij, alleen op zijn gitaar en doorspekt met persoonlijke anekdotes vol humor, mooie streektaalliedjes. Dat varieerde van het TOP2000-nummer Iederene hef een reden tot het autobiografische Pien in mien harte, het meeslepende Annie uut de bochte en mooie nummers over ‘Nedersaksië’ als Noabers en Duutse grens.
Oude helden
Het publiek werd dus verwend op het streektaalfestival, zeker omdat sommige artiesten ook nog een bekend nummer van hun muzikale helden speelden. Zo vertolkte Evert Stroet een aanstekelijke, folkachtige versie van Balkenbri-j van Boh Foi Toch en speelden De Heinoos als afsluiter een dampende versie van Oerend Hard van Normaal. Daarmee was het doel van de organisatie; streektaalmuziek stimuleren en in het zonnetje zetten, helemaal geslaagd.