Aangrijpend verhaal van een Joods meisje in Winterswijk tijdens de Tweede Wereldoorlog, geschreven door Mirjam Schwartz en Hans Bouman

Als haar ouders in de jaren negentig naar een verzorgingshuis vertrekken, stuit Mirjam Schwarz bij het opruimen van het ouderlijk huis op een grote hoeveelheid fotoalbums en documenten. Zo wordt ze geconfronteerd met waar haar ouders thuis zelden over spraken: de Tweede Wereldoorlog. Via foto’s, brieven, een dagboek en andere documenten, krijgt Mirjam stap voor stap inzicht in het onthutsende verhaal van haar familie, van de Joodse gemeenschap in Winterswijk en met name van haar tante Thea Windmuller en Thea’s grote liefde, de Duits-Joodse vluchteling Wolfgang Maas.

Met Thea’s dagboek als rode draad verhaalt Ik hoop dat alles weer gewoon wordt van liefde onder een tragisch gesternte en de ondergang van een florerende Joodse gemeenschap in een grensdorp met een verhoudingsgewijs grote NSB-aanhang. Het boek is vanaf 7 april verkrijgbaar in de boekhandel.