Waterschap Rijn en IJssel en Provincie Gelderland willen de komende jaren ruim €50 miljoen in de Achterhoek en de Liemers investeren. Het geld wordt besteed om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen, natuur en landbouw te versterken en meer grondstoffen uit afvalwater te halen.

De voorgenomen aanpak van het waterschap en de provincie is van belang voor Oost-Gelderland als het gaat om zowel stedelijk gebied, landbouwgronden als natuurgebied de komende jaren beter bestand te maken tegen verwachte  extremere klimaatomstandigheden. Bijvoorbeeld langer durende natte perioden in onze winters, of zomers met langere droge en warmere perioden en af en toe meer intense regenbuien.

Het betekent ook dat in sommige gebieden nieuwe natuur kan ontstaan en daardoor toerisme en recreatie worden gestimuleerd. Bijvoorbeeld op het water, maar ook door uitbreiding van  mogelijkheden voor fiets- en voetpaden.

Een samenwerkingsovereenkomst tussen waterschap en provincie regelt voor de periode van 2016 tot 2022 een intensivering van een al eerder ingezette samenwerking. Versterking en het aan elkaar knopen van natuurgebieden wordt daarbij gecombineerd met noodzakelijke ingrepen in het watersysteem bijvoorbeeld om verdroging van landbouw- en natuurgronden tegen te gaan of juist extreme regenval te kunnen opvangen. Daarbij gaat het de komende jaren om ruim 20 kilometer beekherstel, twintig vispassages, versterking van circa 100 hectare Gelders Natuur Netwerk en verbetering van de watersituatie voor bijna 800 hectare van de meest waardevolle natuur.

Daarenboven start Waterschap Rijn en IJssel in Zutphen een bijzondere proef met terugwinning van de grondstof alginaat (een gel-achtige stof die wordt toegepast in de papier- en textielindustrie) uit afvalwater. Voor de verdere ontwikkeling van het winnen van energie en grondstoffen uit afvalwater wordt nauw samengewerkt met kennisinstellingen en gespecialiseerde bedrijven.