Klimaatverandering vraagt ook in het gebied tussen Rijn en IJssel om ingrijpende maatregelen om de risico’s op wateroverlast te beperken. Afvalwater bestaat over een aantal jaren niet meer. Dat zijn twee belangrijke veranderingen die het dagelijks bestuur van Waterschap Rijn en IJssel voorziet voor de komende twintig jaar. Het algemeen bestuur besluit op 7 mei over een nieuwe Watervisie 2030. Als de visie wordt overgenomen worden inwoners in het beheergebied van het waterschap nauwer betrokken bij het waterbeheer en krijgt iedereen een grotere eigen verantwoordelijkheid.

 

Waterbeheer is al zo oud als Nederland. Zonder waterbeheer zouden we hier niet kunnen leven, wonen en werken. Maar op een aantal punten gaat dat waterbeheer de komende jaren ingrijpend veranderen. Dat komt voor een belangrijk deel doordat de samenleving verandert, ons klimaat verandert en nieuwe kennis, inzichten en technologie nieuwe mogelijkheden creëren.

 

In de nieuwe Watervisie 2030 laat het waterschap zich sterk leiden door die veranderende omstandigheden. Deze maken deels een andere werkwijze nodig en een andere aanpak van het waterbeheer. Die veranderingen zijn in de watervisie met behulp van een groot aantal partijen op een rij gezet. Dat varieert van landbouw- en natuurorganisaties, tot kennisinstellingen, bedrijven en andere overheden als gemeenten, provincie en Rijk. Het waterschap wil deze samenwerking de komende jaren intensiveren. Waterbeheer is namelijk in ieders belang. Water verbindt, is daarom de ondertitel van deze watervisie. Daar hoort in de ogen van het waterschap ook een nieuw verantwoordelijkheidsbesef bij.

Waterveiligheid

Het waterschap ziet voor verschillende gebieden onderscheid ontstaan in overstromingsrisico’s vanuit de grote rivieren. Dat betekent concreet dat voor steden, zoals Arnhem en Zutphen en een laaggelegen relatief dichtbevolkt gebied als de Liemers, waar de gevolgen van een overstroming groter zijn dan in minder dicht bevolkte gebieden, ook een hoger beschermingsniveau gerechtvaardigd wordt gevonden. Het huidige beschermingsniveau blijft minimaal overeind als basisniveau.

Om op de toekomst voorbereid te zijn, zijn extra maatregelen aan de rivierdijken nodig. Dit komt grotendeels door de klimaatverandering. Landelijke prognoses geven aan dat de maximale hoeveelheid Rijnwater die bij  Toldijk ons land binnenkomt toeneemt van 16 miljoen liter per seconde, naar 18 miljoen liter per seconde.

Het waterschap zoekt de bescherming tegen het groeiende overstromingsrisico niet alleen in hogere dijken, maar ook in nieuwe bredere deltadijken. Die kunnen tijdelijk overstromen waardoor overlast ontstaat, maar breken minder snel door, waardoor een ramp wordt voorkomen.

In de gebieden langs de kleinere rivieren en beken, wordt bekeken waar ruimte is om in of bij de watergangen extra water in geval van  extreme buien op te vangen. Daarbij blijven  de risico’s op wateroverlast binnen de gestelde risiconormen.

Maatwerk in overstromingsrisico’s moet helpen de kosten voor hoogwaterbescherming  in totaliteit beheersbaar te houden. Dit laatste is ook nodig omdat de kosten van het waterbeheer door de bevolkingskrimp in de Achterhoek door steeds minder mensen moeten worden opgebracht.

Afvalwater

Ook bij het zuiveren van afvalwater speelt het beheersbaar houden van de kosten een belangrijke rol. Hier dienen zich echter belangrijke positieve ontwikkelingen aan. Zo wil het waterschap in toenemende mate energie en grondstoffen terugwinnen uit het afvalwater van huishoudens en bedrijven. Afvalwater wordt op die manier een bron van opnieuw te gebruiken stoffen en water in diverse kwaliteiten. Op dit moment wordt er al netto energie geproduceerd in de rioolwaterzuivering in Olburgen, waar ook fosfaat wordt gewonnen. Door toepassing van nieuwe technieken en samenwerking met regionale bedrijven en kennisinstellingen verwacht het waterschap in de toekomst steeds meer grondstoffen terug te kunnen winnen. Behalve dat  verwachte kostenstijgingen daarmee worden beperkt, draagt het ook bij aan een duurzamer samenleving waarin hergebruik uitgangspunt wordt.

Droogte

Voor de komende decennia voorziet het waterschap dat droogtebestrijding een steeds grotere rol gaat spelen. Door de klimaatverandering vormen langere perioden met nauwelijks neerslag al een bedreiging voor sommige natuurgebieden. Als deze ontwikkeling zich doorzet zullen ook landbouw en drinkwatervoorziening daar steeds meer problemen door ondervinden.

Om dit risico te beperken moet het hele watersysteem klimaatbestendiger worden ingericht. In de praktijk komt dat neer op het meer vasthouden van water in kleine watergangen en natuurgebieden en beperken van het ongelimiteerd oppompen van grondwater.

In stedelijke gebieden kan groen en een slim en robuust stedelijk watersysteem helpen om de gevolgen van de vaker voorkomende hittestress enigszins te bestrijden. Een groene en waterrijke omgeving kan stadsbewoners verlichting brengen tijdens warme dagen.

 

Kwaliteit

 

De ecologische kwaliteit van het water is de afgelopen decennia sterk verbeterd. Zo dreef in de Oude IJsel dertig jaar geleden nog regelmatig dode vis, terwijl er nu zwemwedstrijden worden gehouden. Door de klimaatverandering komt ook die ecologische kwaliteit van het water opnieuw onder druk te staan. Daarnaast verwachten we een toename van nieuwe schadelijke stoffen zoals medicijnresten, hormoonverstoorders en nanostoffen. Dit vraagt om nieuwe technieken en initiatieven.

 

Samenwerking

 

Of het nu gaat om het watersysteem in de stad of op het platteland, voor de natuur, recreatie of de landbouw, om de kwaliteit of hergebruik, in alle gevallen is samenwerking met anderen cruciaal om het maximale maatschappelijke rendement te behalen. Waterschap Rijn en IJssel wil daarvoor op verschillende schaalniveaus met partners en belanghebbenden samen naar goede oplossingen zoeken en deze ook samen uitvoeren. Gebiedskennis wordt daarbij als een cruciale factor gezien. Die biedt de beste basis om oplossingen-op-maat voor de toekomstige uitdagingen te realiseren.